In 1959 publiceerde R. B. Cloward zijn bevindingen over pijnpatronen bij stimulatie van de tussenwervelschijven in de nek. Hij ontdekte dat stimulatie van verschillende delen van de halswervelschijven specifieke pijnpatronen veroorzaakte:
- Stimulatie van de voor-zijkant van de halswervelschijven veroorzaakte pijn aan de gelijkzijdige schouderblad.
- Stimulatie van het midden van de voorzijde van de schijf veroorzaakte pijn tussen de schouderbladen in het midden van de rug.
- Stimulatie van verschillende halswervelschijven leidde tot pijn op specifieke plekken langs de schouderbladen en de bovenrug.
- Cloward ontdekte ook dat posterolaterale tussenwervelschijf protrusies intensere pijnpatronen veroorzaakten, die zich uitstrekten van de rand van het schouderblad tot aan de schouder en de bovenarm tot aan de elleboog.
Takeaways:
- Tussenwervelschijfproblemen in de nek kunnen specifieke pijnpatronen veroorzaken in de nek, bovenrug, schouder en arm, afhankelijk van welke discus is aangedaan en waar het probleem zich in de discus bevindt.
- Dit is één van de redenen waarom we in de osteopathie altijd de nek onderzoeken bij problemen in de bovengenoemde regio's.
- Osteopathie kan helpen de klachten te verminderen en de beweeglijkheid te herstellen door het aanpakken van reflexmatige spierspasmen rond de aangedane regio met behulp van manipulaties en spiertechnieken.
- Het herstel van de tussenwervelschijf gebeurt meestal spontaan binnen zes maanden, en dit in 90% van de gevallen.
Bekijk de figuur voor een visuele weergave van deze pijnpatronen.
Комментарии